Geboorte
De primaire geslachtskenmerken zijn de geslachtskenmerken die al bij de geboorte aanwezig zijn.
1. primaire geslachtskenmerken
2. nageboorten
3. weeën
4. ontsluiting
Geboorte
De vliezen met de placenta en een deel van de navelstreng in de baarmoeder loskomen en naar buiten komen kort na de geboorte
1. primaire geslachtskenmerken
2. nageboorten
3. weeën
4. ontsluiting
Geboorte
Je krijgt weeën als je kind er aan komt
1. primaire geslachtskenmerken
2. nageboorten
3. weeën
4. ontsluiting
Geboorte
De vliezen met de placenta en een deel van de navelstreng in de baarmoeder loskomen en naar buiten komen kort na de geboorte
1. primaire geslachtskenmerken
2. nageboorten
3. weeën
4. ontsluiting
Menstruatie cyclus-
Menstruatie (ongesteld zijn) gebeurd wanneer er geen bevruchting van de eicel plaatsvind.
1. Menstruatie
2. Ovulatie
3.
4.
Menstruatie cyclus
De ovulatie/eisprong is het gereedkomen van een eicel uit de eierstok
1. Menstruatie
2. Ovulatie
3.
4.
Menstruatie cyclus
1. Menstruatie
2. Ovulatie
3…….
4…...
Menstruatie cyclus
1. Menstruatie
2. Ovulatie
3…...
4....
Pubertijd
Pubertijd: is een periode van het leven waar je ongeveer op je twaalfde in komt.
Groeispurt:
Als op een bepaalde leeftijd heel snel begint te groeien
1. pubertijd/groeispurt
2. hormonen
3. secundaire geslachtskenmerken
4.hypofyse
Pubertijd
Hormonen zijn stoffen die allerlei processen in je lichaam regelen
1. pubertijd/groeispurt
2. hormonen
3. secundaire geslachtskenmerken
4.hypofyse
Pubertijd
De geslachtskenmerken die vanaf je tiende jaar ontstaan
1. pubertijd/groeispurt
2. hormonen/hypofyse
3. secundaire geslachtskenmerken
4. hypofyse
Pubertijd
De hypofyse produceert hormonen die ervoor zorgen dat de teelballen zaadcellen maken.
1. pubertijd/groeispurt
2. hormonen
3. secundaire geslachtskenmerken
4. hypofyse
Mannelijke geslachtsorganen
Hierin worden de zaadcellen tijdelijk opgeslagen
1. balzak/prostaat
2. teelballen/voorhuid
3. bijbal
4. urinebuis
Mannelijke geslachtsorganen
De urinebuis voert urine af naar buiten.
1. balzak/prostaat
2. teelballen/voorhuid
3. bijbal
4. urinebuis
Mannelijke geslachtsorganen
Prostaat: De prostaat voegt vocht toe aan de zaadcellen
Balzak: In de balzak is de temperatuur iets lager dan in de onderbuik, dit is gunstig voor de ontwikkeling van de zaadcellen.
1. balzak/prostaat
2. teelballen/voorhuid
3. bijbal/eikel
4. urinebuis
Mannelijke geslachtsorganen
teelbal: De teelballen produceren zaadcellen.
voorhuid: Een dunne huidplooi die de eikel gedeeltelijk bedekt.
1. balzak/prostaat
2. teelballen/voorhuid
3. bijbal
4. urinebuis
vrouwlijke geslachtsorganen
In de eierstokken vind zich de ontwikkeling van eicellen plaats.
1. eierstokken
2. vagina
3. maagdenvlies
4. urinebuis
vrouwlijke geslachtsorganen
Boven de vagina bevind zich de clitoris, de vagina word beschermd door de schaamlippen.
1. eierstokken
2. vagina
3. maagdenvlies
4. urinebuis
vrouwlijke geslachtsorganen
Bij geslachtsgemeenschap kan deze slijmvliesplooi wat inscheuren.
1. eierstokken
2. vagina
3. maagdenvlies
4. urinebuis
vrouwlijke geslachtsorganen
De urinebuis voert urine af naar buiten
1. eierstokken
2. vagina
3. maagdenvlies
4. urinebuis
Soa’s
HIV is een besmettelijk retrovirus.
1. HIV
2. Aids
3. Clamydia
4. HPV
Soa’s
Aids word veroorzaakt door hiv, een ander aids virus heet seropositief.
1. HIV
2. Aids
3. Clamydia
4. HPV
Soa’s
Clamydia is de meest voorkomende geslachtsziekte. Een en ander bekende geslachtsziekte is gonorroe.
1. HIV
2. Aids
3. Clamydia
4. HPV
Soa’s
HPV is een virus, het kan wratten veroorzaken en sommige vormen van kanker ontwikkelen
1. HIV
2. Aids
3. Clamydia
4. HPV
Celniveau
Zaadcellen (bij vrouwen eicellen) zijn de mannelijke geslachtscellen. De zaadblaasjes voegen vocht toe aan de zaadcellen.
1. zaadcellen
2. Geslachtchromosomen
3. XX - XY
4. Mitose en meiose
Celniveau
De 2 chromosomen in de celkern die de erfelijke informatie hebben.
1. zaadcellen
2. Geslachtchromosomen
3. XX - XY
4. Mitose en meiose
Celniveau
XX is het mannelijke DNA en XY is vrouwlijke DNA.
1. zaadcellen
2. Geslachtchromosomen
3. XX - XY
4. Mitose en meiose
Celniveau
De mitose vind plaats in alle lichaamscellen. De meiose vind plaats in de geslachtscellen.
1. zaadcellen
2. Geslachtchromosomen
3. XX - XY
4. Mitose en meiose